forês karper | ||
De vis is een karper afkomstig uit Azië en is door bedevaartgangers in Europa ingevoerd. 'Glinsterend en vet' zo beschreef in de 5de of 6de eeuw een abdis de karpers in de visvijvers van Edessa. De vis werd veelal door monniken, en wellicht ook die in en rondom Groesbeek woonden, in de vijvers bij de kloosters gekweekt en diende als voedsel. De karper wordt gemakkelijk tam en eet brood uit je hand waarbij het dier een slurpend geluid maakt. Vanuit de staart van de karper ontspringt een heuvelachtig landschap, gemaakt van twee eikenbladeren. Het maakt de vis tot De Wereldvis. De enorme vis waarop de aarde rust. De twee eikenbladeren komen uit de bosrijke omgeving. De eik gold als orakelboom en diende vaak als beschermboom van een bepaalde stam of streek. |