INDEX - CV - ATELIER ANDRÉ BOONE

de
Amsterdamse
kouros
Kouros, rechterzijde, een kleine stenen naakte jongen. Het is een votiefgeschenk uit de oriëntaliserende periode +/- 600 voor Chr., van de Grieken. Omdat het beeldje in Amsterdam te bezichtigen is heeft het de naam ‘de Amsterdamse Kouros’ gekregen. Kouros, voorzijde, een kleine stenen naakte jongen. Het is een votiefgeschenk uit de oriëntaliserende periode +/- 600 voor Chr., van de Grieken. Omdat het beeldje in Amsterdam te bezichtigen is heeft het de naam ‘de Amsterdamse Kouros’ gekregen. Kouros, achterzijdezijde, een kleine stenen naakte jongen. Het is een votiefgeschenk uit de oriëntaliserende periode +/- 600 voor Chr., van de Grieken. Omdat het beeldje in Amsterdam te bezichtigen is heeft het de naam ‘de Amsterdamse Kouros’ gekregen. Kouros, linkerzijde, een kleine stenen naakte jongen. Het is een votiefgeschenk uit de oriëntaliserende periode +/- 600 voor Chr., van de Grieken. Omdat het beeldje in Amsterdam te bezichtigen is heeft het de naam ‘de Amsterdamse Kouros’ gekregen.

In het Allard Pierson museum in Amsterdam staat een klein stenen beeldje in een vitrine. Het is een naakte jongen. Het is een votiefgeschenk uit de oriëntaliserende periode +/- 600 voor Chr., van de Grieken. Omdat het beeldje in Amsterdam te bezichtigen is heeft het de naam 'de Amsterdamse Kouros' gekregen. Het bijzondere aan het beeldje is de combinatie van elementen. De naaktheid en de ronde vormen komen van de Griekse Westkust van Klein-Azië. Het pruikachtige haar vindt zijn oorsprong in Egypte. De vorm van het gezicht en de scherpe lijn onder de hals komen we in Cyprus tegen. Het beeldje blijkt dus een samenraapsel van stijlelementen te zijn uit verschillende culturen. De griekse maker van het beeldje was een eclecticus pur sang. Het beeldje laat zien dat de beeldhouwer in staat is geweest naar andere culturen te kijken en die stijlelementen te gebruiken die hem het beste uitkwamen. Verder toont het aan dat de cultuur waarin hij leefde de blik naar buiten had gericht. De wereld van de mens is niet zomaar de natuurlijke omgeving zoals bij het dier. De cultuur waaraan hij deelneemt is niet eens en voor altijd vastgesteld maar onderhevig aan herinterpretatie en hernieuwing. De menselijke cultuurgeschiedenis toont tal van manieren, waarop de mens telkens opnieuw tracht te ontsluiten wat zinvol en wat zinloos is. Cultuur is geen zelfstandig naamwoord maar een werkwoord, cultuur is met andere woorden ons eigen werk. Een dynamisch bouwwerk dat nooit af zal komen. Op het moment dat het werk (bijna) klaar is, ontstaan er nieuwe ideeën en interpretaties. Deze wijze van kijken en gebruiken, die als een rivier constant in beweging is, is mijn inspiratie.

Verkenning

Om de wereld rondom te verkennen bestaan vele boeken uit alle eeuwen. In de "Weltchronik" uit 1493 van Hartman Schedel is een wonderbaarlijke wereld te aanschouwen. De honderden illustraties van deze wereldgeschiedenis werden in houtsnede vervaardigd. De gravures gemaakt door Michel Wohlgemut op bladzijde XIII, Dass ander alter, toont het andere deel van de wereld bewoond door menselijke monsters. De mens met een slangenhals uitlopend in een vogelkop en vier ogen. De vrouw behaard als een bruine beer en de naakte man/vrouw met zes handen. Kortom een wereld vol fantasie. Elk verhaal klopte want er was geen enkele bewijsvoering van het tegendeel. Niet alleen boeken en media als televisie en internet kunnen ons op nieuwe ideeën brengen. Met een vervoermiddel als het vliegtuig gaat een wereld open omdat het de grenzen van tijd en ruimte overschrijdt. Door de vervreemding van de natuurlijke omgeving constateert een mens dat het dier over eigenschappen beschikt

welke hij zelf veelal mist. De vogel kan vliegen en de vis zwemmen. De aap klautert met het grootste gemak in de hoogste boom. De tijger doodt met een enkele slag. De mens mist vleugels, vinnen, poten en klauwen.

Ver"beeld"ing

Door rituelen kan de mens 'verbeelden' de vervreemding met zijn omgeving op te heffen. De aandacht die hij dan, noodgedwongen of niet, krijgt voor zijn omgeving, opent de ogen. Een 'onbetekend' hoekje versiert met rode bloemen, veertjes van een haan, stukjes ananas. een stenen traptrede opgeluisterd met een groen bananenblad, versierd met roodgekleurde rijst van saffraan met gele takjes in een zigzag patroon, maskers, dans. Beelden zijn in dit wereldbeeld analogieën van het werkelijke, terwijl taal een abstractie daarvan is. De natuurmens voelt zich allerminst superieur aan zijn omgeving. Hij voelt zich anders dier, plant, mineraal of natuurverschijnsel maar poogt door rituele verkleding dit anders zijn op te heffen. George Bataille zag in de afbeeldingen (Lascaux, ou la naissance de l'art) uit de préhistorie getuigenissen van de mensen die uit hun natuurlijke orde zijn getreden en zich vervolgens hopeloos ermee trachten te verzoenen. Bataille gaat uit van een natuurlijke vervreemding van de mens.

Maar de natuurmens blijkt zeer goed te weten dat een steen gewoon een steen is. Een speer een speer. Nadat de voorgeschreven rituelen zijn uitgevoerd heeft het beeld zijn waarde verloren. De beelden liggen ergens in een hoek weg te kwijnen. Het heeft mij verrast beelden in Bamako, Mali, van de Bambara aan te treffen waarvan de waarde in geld werd uit gedrukt. Waar was de magie van het beeld? Waarin lag de waarde?

 

Voor de Bambara had het Tyiwara-kroonmasker (masker met als thema antilope), de behoeder van de oogst, zijn langste tijd gehad. Het dansen van de jongeren met de Tyiwara- kroonmaskers op hun hoofd was verleden tijd. Ik bekeek de houtsoort, zacht en gemakkelijk te bewerken. Het bleek niet de opzet om het beeld 'eeuwig' te bewaren. En toch heeft het masker nog steeds zijn kwaliteiten. (Voor magische geladen voorwerpen is een bezoek aan de markt in Cotonou, Benin, een aanbeveling. Een enorme markt met kleine blikken vormpjes, houten beeldjes, schelpjes en muntjes, te koop voor een paar CFA (het betaal middel in de voormalige franse kolonies). Bovengenoemde wereldbeschouwing die vooral voorkomt bij archaïsche en 'primitieve' beschavingen zijn van grote invloed op mijn werk. Ik kijk naar deze wereld met een verwonderde blik en distantie. Wat gebeurt

er? Wat zie of hoor ik? Hoe ga ik er mee om? Het geeft een leidraad om mijn culturele achtergrond te herontdekken en te herwaarderen. De geschiedenis die hiermee samenhangt zie ik als een leerproces. Het laat zien hoe de mens worstelt met zijn anders zijn. Kunst probeert hier een vorm voor te vinden.

Betekenissen

Alles wat in onze omgeving aanwezig is zegt iets over de cultuur. Het lijkt vanzelfsprekend Een lepel..daar eet je mee. Een gouden ring, aan de juiste vinger, vertelt ons dat er volgens christelijke traditie getrouwd is. Deze onschuldige voorbeelden worden als gewoon ervaren. De dingen blijken ons te vertellen wat wij moeten (gaan) doen. Soms is het helemaal niet nodig om als gebruiker je iets af te vragen. Dat is mooi. Dan loop je als gebruiker tenminste niet met je ziel onder je arm. We laten het ding het werk doen en vragen ons verder niet af wat het met ons doet. Het artikel ligt glimmend opgepoetst, lonkend naar onze begeerte, in de etalage. Dat is voldoende. Een vorm van reflectie is vaak ver te zoeken. De voorwerpen van onze gading blijken ons voor te schrijven hoe wij ons leven moeten inrichten. De dingen zijn bedacht door anderen, alleen vinden wij die niet meer terug in de winkel. Kunst heeft als taak de koper terug te brengen naar het begin. Iets is er niet zomaar. Beschrijvingen, handleidingen vertellen onshoe wij er mee om kunnen gaan. Hoe is iets tot stand is gekomen? Op welke manieren kun je er naar kijken? Vragen die in een gemiddelde recensie over kunst worden beantwoord vinden we niet terug bij een apparaat. Wie is de maker? Wat zijn zijn ideeën? Kunst kan de mensen een handreiking geven. Hierbij bepalen zij zelf hun relatie met hetgeen zij in handen hebben. De mens mag nu zelf bepalen welke wetten en gedragingen hij zichzelf wil voorschrijven. Hij zal zelf de functies moeten zoeken en de gebruiksaanwijzing moeten schrijven. De dingen ontlenen hun betekenis mede aan deze relatie. Kennis, zo werd mij voorgehouden, leidt tot verbanning uit het paradijs. Herakles geeft zijn hemelse bruid Hebe een vrucht, de appel der Hesperiden, zodat zij onsterfelijk zou worden. Later vind ik de vrucht terug als het hermetische vat waarin zich het proces van vergeestelijking voltrekt. Verhalen die een inspiratie vormen voor mijn beelden. Als een eclecticus ga ik, geheel binnen de traditie als de griekse maker van de Amsterdamse Kouros, te werk. Voorwerpen hebben een verhaal. Een verhaal kan door fantasie grensoverschrijdend zijn maar het beeld gaat voor de taal uit. Het is de taal die het mogelijk maakt elkaar te vertellen waarover een beeld, schilderij of video gaat. De wereld rondom ligt vol beelden en is een inspiratiebron die ik wil gebruiken.

Allard Pierson museum Hartman Schedel
up